Wat is een lintvoeg?

Horizontale voegen in metselwerk noem je lintvoeg. Verticale voegen heten stootvoeg. In principe beperkt deze terminologie zich niet tot (gevel)metselwerk alleen. Wanneer men twee materialen verlijmt met een zichtbare laag daartussen, spreekt men van een voeg.

In de meeste metselverbanden zijn lintvoegen vaak bijzonder lang; deze kunnen de gehele breedte van de gevel beslaan. Stootvoegen zijn daarentegen vaak niet hoger dan één laag stenen. Een lintvoeg breng je in principe aan door mortel of specie te bevestigen en de stenen erbovenop aan te drukken, zonder dat de specie onder de steen vandaan komt.

Waarvoor gebruik je een lintvoeg?

De primaire functie van een lintvoeg is het verlijmen van twee lagen metselwerk en het dragen van het deel van de gevel boven de voeg. De specie waaruit de lintvoeg bestaat is daarvoor ideaal. Tijdens het voegen is het redelijk smeerbaar, maar stevig genoeg om in ieder geval enkele stenen te dragen zonder te verzakken.

Bij het uitharden draagt de specie probleemloos vele tientallen meters metselwerk boven zich. Voegwerk heeft ook een esthetische functie. Het beslaat tot wel 25 procent van het geveloppervlak en dus hebben keuzes in het metselverband en de dikte van het voegwerk invloed op het uiterlijk van de gevel.

Hieronder zie je een voorbeeld van de verschillende benamingen rond het metselen van een muur.

• Koppenmaat is de breedte van de steen + de stootvoeg
• Kop is de breedte van de steen
• Laag is de hoogte van de steen
• Lagenmaat is de hoogte van de steen + de lintvoeg.
• Strek is de lengte van de steen en staat gelijk aan 2 koppen + 1 stootvoeg.

Andere handige bouwkundige benamingen en begrippen

Andere handige bouwkundige benamingen en begrippen vind je hier

Bouwtekeningen nodig?